Stage: Biestkwaliteit en de kalvergezondheid
Stagiair Lisa Lagerberg heeft gedurende 3 maanden in opdracht van Vitelia Voeders onderzocht of er verbanden gelegd kunnen worden tussen enerzijds het droogstandsmanagement en de biestkwaliteit, en anderzijds tussen de biestkwaliteit en de kalvergezondheid.

Stageopdracht voor: | Vitelia Voeders |
Student: | Lisa Lagerberg |
Opleiding: | HAS Hogeschool Den Bosch |
Studie: | Dier- en veehouderij |
De kwaliteit van biest is essentieel voor de gezondheid van het kalf. Kalveren worden namelijk geboren zonder enige vorm van afweer. De jonge dieren zijn niet in staat om voedsel te verzamelen, te kauwen of te verteren en zijn hierdoor volledig afhankelijk van de biest die ze gevoerd krijgen.
Praktijkonderzoek
Bovenstaande opdracht is uitgevoerd door middel van een praktijkonderzoek waaraan 10 melkveebedrijven hebben deelgenomen. Op deze bedrijven is gedurende een periode van gemiddeld 40 dagen de biestkwaliteit gemeten. Hierbij zijn verschillende zaken bijgehouden die belangrijk zijn rondom de biestverstrekking, zoals de hoeveelheden die de kalveren hebben opgenomen, de tijd die tussen het afkalven en de eerste biestverstrekking zit en de pariteit van de koeien. Behalve de belangrijke factoren rondom biestverstrekking is ook de gezondheid van de kalveren bijgehouden.
BRIX-waarde
De resultaten zijn op een rijtje gezet en onderling vergeleken. De BRIX-waarde (biestkwaliteit) werd bepaald met behulp van een refractometer, die een score meet op een schaal van 10 tot 30. Per bedrijf werd de gemiddelde BRIX-waarde berekend en deze liep uiteen van 15,6 tot 24,8. De gemiddelde score van alle bedrijven samen was 20,6. Biest mag pas als hoogwaardig kwalitatief worden gezien als de BRIX-score 22 of hoger is.
Een snelle biestverstrekking is essentieel
Wat het droogstandsmanagement betreft is er een verband gevonden tussen het eiwitgehalte in het droogstandsrantsoen en de BRIX-waarde. Hoe hoger het eiwitgehalte was, hoe hoger de BRIX-waardes waren. Er wordt een eiwitgehalte geadviseerd in de droogstand tussen de 12% en 14%. Het sterkste verband werd gevonden tussen de snelheid van biest verstrekken en de BRIX-waardes.
Zo snel mogelijk
Het is essentieel dat het geboren kalf zo snel mogelijk de eerste biest tot zich kan nemen. Twee belangrijke redenen hiervoor zijn dat de opnamecapaciteit van het kalf, wat betreft de afweerstoffen uit de biest, na 6 uur gehalveerd is en na 24 uur zelfs volledig verdwenen is. Daarnaast begint de koe na het afkalven meteen met het produceren van melk, waardoor de biest wordt verdund en de kwaliteit ervan afneemt. 10 uur na afkalven is het gehalte afweerstoffen in de biest reeds met 27% verlaagd. Aangaande de kalvergezondheid zijn geen duidelijke verbanden gevonden. Hiervoor is de tijdsduur van de proef te kort geweest.