Hoe gaat het met...Eric Verstappen
In de rubriek ‘hoe gaat het met’ dit keer aandacht voor Hendrikus (Eric) Verstappen. De bijna 60-jarige Eric heeft van 1998 tot 2007 gewerkt als rundvee adviseur bij Boerenbond Ysselsteyn en SaWeCo die samen gefuseerd zijn tot Vitelia. Eric, geboren in Boxtel, heeft een bijzondere switch gemaakt in zijn leven. We zijn benieuwd naar zijn verhaal en hebben hem benaderd voor een bijdrage in deze Vitelia Vitaal.
“Ik sta regelmatig oog in oog met een wolf of beer”
Eric, kun je je even voorstellen en iets vertellen over je verleden bij Vitelia?
“Ik ben in 1998 bij Boerenbond Ysselsteyn begonnen en heb daar bijna tien jaar als rundveeadviseur gewerkt. Toen Boerenbond Ysselsteyn in 2008 fuseerde met SaWeCo is Vitelia ontstaan. Voor deze fusie werkte Boerenbond Ysselsteyn al veel samen met SaWeCo. Zo deed ik de voorlichting voor beide bedrijven maar deed dit destijds ook voor Boerenbond Wanroy en Isidorus in Weert. We hadden destijds een heel mooi rundveeteam. We waren een hecht clubje en met sommige oud-collega’s heb ik nog steeds contact.
Die periode was een van de gelukkigste tijden in mijn leven. Ik heb hier erg leuke herinneringen aan over gehouden. Klanten waren bijna vrienden, het vertrouwen was groot. We hadden fijne adviesgesprekken in de stal, maar daarnaast was het ook gezellig keuvelen over van alles wat aan de keukentafel.
Lei Potten was in die tijd mijn ‘grote’ baas. Hij had zo zijn eigen stijl van werken die mij uitstekend beviel. We maakten rundveevoeders in de fabriek in Overloon en konden alles maken naar de wens van de klant. Iedereen werkte voor hetzelfde doel; tevreden klanten.”
Waarom heb je een ‘switch’ in je leven gemaakt?
“Ik ben een workaholic pur sang. In woonde in Slabroek, een buurtschap bij Uden, en had samen met Louise (mijn partner) een groot schapenbedrijf met ruim 1.200 schapen. Daarnaast was ik dus rundveeadviseur. Dit alles heb ik altijd met veel plezier gedaan. We bouwden een extensief biologisch weidebedrijf op en gaven advies aan andere vergelijkbare biologische projecten.
Met onze schapen werden we als herder ingehuurd om natuurgebieden, parken, golfbanen, heidegebieden en grasland te begrazen. Ik heb altijd een grote passie voor dieren gehad en nog steeds, maar ik realiseerde me toen al dat we in Nederland steeds meer klem kwamen te zitten. Dat deed me pijn en het gevoel was niet goed. Van de ene kant deed ik met mijn schapen aan natuurbeheer en aan de andere kant zag ik dat de veehouderij langzaam werd verdrongen door het natuurbeleid van de Nederlandse overheid.
Het ging goed met ons bedrijf, maar we konden in Nederland ons ei niet meer kwijt en zochten een nieuwe uitdaging. Na lang wikken en wegen besloten we uiteindelijk in 2008 om onze passie elders voort te zetten. We zijn toen geëmigreerd naar Alberta in Canada.
Ik volg het beleid van Nederland nog altijd op de voet. Helaas zie ik met grote teleurstelling dat mijn vrees van destijds steeds meer de waarheid wordt.
Nieuwe start in Canada
Aan de rand van een National Forest kochten we een ranch met schapen en runderen. We hielden onze schapen en runderen op een manier dat ze naast de inheemse dieren kunnen bestaan, in de vrije natuur dus.
Dit alles bleek voor mij toch geen juiste switch. De visies van mij en mijn partner verschilden steeds meer en de werkdruk was erg hoog. Ik voelde me alleen en overdonderd en kon het mentaal niet meer bolwerken. Ik had het onderschat, het leverde veel stress op en kostte ons uiteindelijk zelfs onze relatie. Het was een zware tijd, maar gelukkig ben ik er weer bovenop gekomen.
Ik besloot me om te laten scholen tot financieel planner. Dat beviel me zo goed dat ik nu als financieel planner een eigen bedrijf heb. Mijn ex-partner en onze kinderen hebben het landbouwbedrijf voortgezet (kijk ook eens op: www.grazerie.com).
Inmiddels ben ik al 15 jaar in Canada en heb als financieel adviseur een druk leven. Het bedrijf is in de loop van de jaren gegroeid, ik run nu twee kantoren en heb zeven medewerkers in dienst. Zoals gezegd heb ik afscheid genomen van mijn landbouwbedrijf, maar woon nog steeds op het platteland. Mijn passie voor dieren is gebleven, ik heb wat kippen en Belgische trekpaarden die ik verzorg.
Ik ben erg trots op mijn 2 kinderen. Mijn zoon Roy en dochter Jess werken allebei bij Cargill, een bedrijf dat actief is in het kopen, verwerken, verkopen en distribueren van granen, plantaardige olie en andere grondstoffen voor zowel menselijke als dierlijke consumptie.
Mijn dochter Jess, is regiohoofd van de afdeling verkoop en Roy doet overslag van graan in treinwagons. Beiden voelen zich thuis in Canada en werken, naast hun baan, mee op het landbouwbedrijf van mijn ex-partner Louise.
Het contact met Nederland is er nog altijd. Ik probeer ieder jaar een bezoekje te brengen aan mijn vader en aan vrienden. Als ik er dan toch ben bezoek ik ook nog wat oud-klanten. Ik vind het belangrijk om die contacten te onderhouden.
De boeren en de veehouderij in Nederland gaan veel bewuster om met het milieu dan bijvoorbeeld hier in Canada
Hoe ziet je toekomst eruit?
“Ik ben nu bijna 60 en gelukkig. Ik denk niet dat ik ooit nog in Nederland ga wonen. Maar ik ben wel degelijk trots op mijn afkomst. Zeker op alles wat we als klein landje bereikt hebben. Dit vertel ik graag vol trots aan de Canadezen. Over hoe vooruitstrevend de Nederlandse boeren zijn en hoe de veehouderij in Nederland veel bewuster omgaat met het milieu dan bijvoorbeeld hier in Canada.
Als ik terugkijk op mijn leven besef ik dat ik al van alles heb ondernomen. Ik heb onder andere gewoond en advies gegeven in België, Duitsland, Engeland en de VS. Maar er gaat voor mij niets boven Canada. Leven aan de rand van de wildernis. Elk najaar schiet ik in het bos een eland of een edelhert zodat mijn diepvries weer is gevuld. Ik sta hier regelmatig oog in oog met een wolf of beer, fantastisch toch!
Soms als ik met vrienden zit en levensverhalen vertel, realiseer ik me dat ik tot op heden een mooi leven heb. Ik ben erg trots op datgene wat ik met mijn gezin heb opgebouwd. Ik woon op de veiligste plek ter wereld en heb alle vrijheid die ik nodig heb om gelukkig te zijn. Ik wil als het even kan tot mijn zeventigste dit werk blijven doen, daarna wil ik meer tijd gaan besteden aan mijn passie voor dieren en tuinen. So far so good!”